Een klein beetje historie
Kleine Huisjes (Lutje Hoeskes).
Dorp ten noordoosten van Kloosterburen ontstaan in het begin van de negentiende eeuw.
Kleine Huisjes (Lutje Hoeskes).
Dorp ten noordoosten van Kloosterburen ontstaan in het begin van de negentiende eeuw.
Er staan voornamelijk arbeiderswoningen. De bewoners vonden werk bij boeren die hun landerijen in de toen nieuwe polders hadden. In het schoolmeestersrapport van 1827 van de schoolmeester van Kloosterburen werd deze plaats Lutjeboeren genoemd.
- Besluit 18 februari 1960 -
Bultjeweg - De betekenis van het woord bultje is hoopje (in de zin van hoogte in het landschap).
Dit pad loopt van oost kant van Molenrij (boerderij H. van Cappenbergweg 41) naar het noorden en komt uit tussen Broek en Kleine Huisjes op de Dijksterweg. Het ontsloot de boerderij Drieborg.
Er stonden rond 1900 nog 5 arbeidershuisjes. Deze weg is met de ruilverkaveling verdwijnen.
Dijksterweg - Deze weg werd aangelegd langs de rond 1100 opgeworpen zeedijk. Bij de Kerstvloed in 1717 brak deze dijk op veel plaatsen door en ontstonden op de plaatsen van de doorbraken kolken.
De gelijknamige weg begint in Hornhuizen en loopt in oostelijke richting door tot het dorp Broek.
Egelnust - Deze benaming werd door de bevolking gegeven aan een drietal huizen die aan een zijpad stonden van de Witherenweg, halverwege Kleine Huisjes en Molenrij. Voor deze benaming kan geen nadere verklaring worden gegeven.
Feddemaweg - Deze weg is genoemd naar de boerderij Feddemaheerd, die aan het eind van deze weg staat en uit 1765 stamt. In 1793 werden Willem (Wilhelmus) Reinders en zijn wouw Etje (Eetje) Boelens hiervan eigenaar. Dit echtpaar noemde de boerderij Feddemaheerd. Willem Reinders overleed in 1804 en zijn vrouw hertrouwde met Reinje Freerks. De laatste nam in 1812 de naam Feddema aan als zijn geslachtsnaam.
Tot 1969 bleven de Feddema's op deze boerderij wonen.
Witherenweg - Deze straatnaam is ontleend aan de volksnaam in deze provincie voor monniken van de Premonstratenzer of Norbertijner kloosterorde: Witheren.
Het eerste klooster van deze kloosterorde stond in Prémontré in Frankrijk. Het belangrijkste klooster van deze orde in ons land stond in Wittewierum. De Premonstratenzers stichtten, in deze contreien de kloosters Oldenklooster en Nijenklooster. Langs deze plaats passeerden ze vaak omdat ze veel activiteit aan de dag legden voor het inpolderen en ontginnen van “nieuw” land aan de Waddenkust. Deze monniken onderscheidden zich door het feit dat witte habijten droegen. Wittebroeders, witte-moniek of witmuenick, waren andere benamingen voor deze kloosterlingen. Norbert van Zant, overleden in 1134, stichtte deze kloosterorde in 1120. Hij gaf zijn volgelingen opdracht om op het lichaam en bij het werk wollen kleding te dragen dat kleurloos is. Hijzelf droeg steeds een erg ruw boetekleed van schapenwol of geitenvacht. Wol ging er voor door dat het sober was en het werd gezien als teken van sterfelijkheid en vergankelijkheid. Dit was zodanig vastgelegd in de zogenaamde regel van Aken uit 816.
Dit pad loopt van oost kant van Molenrij (boerderij H. van Cappenbergweg 41) naar het noorden en komt uit tussen Broek en Kleine Huisjes op de Dijksterweg. Het ontsloot de boerderij Drieborg.
Er stonden rond 1900 nog 5 arbeidershuisjes. Deze weg is met de ruilverkaveling verdwijnen.
Dijksterweg - Deze weg werd aangelegd langs de rond 1100 opgeworpen zeedijk. Bij de Kerstvloed in 1717 brak deze dijk op veel plaatsen door en ontstonden op de plaatsen van de doorbraken kolken.
De gelijknamige weg begint in Hornhuizen en loopt in oostelijke richting door tot het dorp Broek.
Egelnust - Deze benaming werd door de bevolking gegeven aan een drietal huizen die aan een zijpad stonden van de Witherenweg, halverwege Kleine Huisjes en Molenrij. Voor deze benaming kan geen nadere verklaring worden gegeven.
Feddemaweg - Deze weg is genoemd naar de boerderij Feddemaheerd, die aan het eind van deze weg staat en uit 1765 stamt. In 1793 werden Willem (Wilhelmus) Reinders en zijn wouw Etje (Eetje) Boelens hiervan eigenaar. Dit echtpaar noemde de boerderij Feddemaheerd. Willem Reinders overleed in 1804 en zijn vrouw hertrouwde met Reinje Freerks. De laatste nam in 1812 de naam Feddema aan als zijn geslachtsnaam.
Tot 1969 bleven de Feddema's op deze boerderij wonen.
Witherenweg - Deze straatnaam is ontleend aan de volksnaam in deze provincie voor monniken van de Premonstratenzer of Norbertijner kloosterorde: Witheren.
Het eerste klooster van deze kloosterorde stond in Prémontré in Frankrijk. Het belangrijkste klooster van deze orde in ons land stond in Wittewierum. De Premonstratenzers stichtten, in deze contreien de kloosters Oldenklooster en Nijenklooster. Langs deze plaats passeerden ze vaak omdat ze veel activiteit aan de dag legden voor het inpolderen en ontginnen van “nieuw” land aan de Waddenkust. Deze monniken onderscheidden zich door het feit dat witte habijten droegen. Wittebroeders, witte-moniek of witmuenick, waren andere benamingen voor deze kloosterlingen. Norbert van Zant, overleden in 1134, stichtte deze kloosterorde in 1120. Hij gaf zijn volgelingen opdracht om op het lichaam en bij het werk wollen kleding te dragen dat kleurloos is. Hijzelf droeg steeds een erg ruw boetekleed van schapenwol of geitenvacht. Wol ging er voor door dat het sober was en het werd gezien als teken van sterfelijkheid en vergankelijkheid. Dit was zodanig vastgelegd in de zogenaamde regel van Aken uit 816.
Deze weg werd in het verleden ook wel Lutjeboersterweg genoemd.